zondag 19 maart 2017

Plan


Jan heb ik een paar jaar geleden leren kennen op 1 van de Criolloritten. Hij woont in Ossendrecht en als je daar veel buiten rijdt, loop je al gauw de Criollomannen uit Huijbergen en omstreken tegen het lijf en van het 1 komt het ander. Een trektocht kwam al gauw ter sprake. Jan is er enthousiast over en wil ook graag, maar niet alleen en als ik weer een keer ga wil Jan wel mee. Volgende vraag  van Jan was; wanneer gaan we?
Nu is er niet veel voor nodig om bij mij   het vuurtje op te porren, maar vorig jaar stond het bij mij op een laag pitje. Ik had net een nieuw paard en die vond ik  nog wel erg jong en heel groen en op dat moment zeker nog niet geschikt voor trektochten. Komt bij dat ik net wat lichamelijke updates achter de rug had en wilde toch ook wel even kijken hoe dat zich ontwikkelde. Ik hield de boot dus een beetje af. Jan ging gewoon door. Had een jong muildier gekocht, die een multyfuntionele opleiding ging krijgen. Dus ook uitermate geschikt als pakdier.  Eind vorig jaar ging bij mij de knop om. Gaan dus. Cobus(Bellaco) moet nog wel veel leren, maar ontwikkeld zich goed en wat ie moet leren, kan ie onderweg ook wel leren. Cody is een ervaren en cool paard, waar de beiden jongelingen veel van kunnen oppikken. Omdat het Jan echt niet uitmaakt waar we gaan trekken, als we maar gaan, had ik nog wel een paar projectjes liggen om af te maken. Daar ik de laatste paar jaren regelmatig in Duitsland geweest ben, leek me het wel leuk om naar Frankrijk te gaan en de rit vanuit zuid Frankrijk naar Nederland af te maken.


1 april brengt Teresa ons met haar vrachtwagen naar  het oude wijnkasteel domaine d'Ainay, van Angela Leyenhorst, in Guipy, aan de westrand van natuurpark 'Morvan', vanwaar we dan onze tocht zullen starten.

Bovenstaande is het enige wat vast ligt. Daar vandaan gaan we door de Morvan in noordoostelijke richting om boven Nancy Duitsland in te trekken en door de Hunsrueck en Eifel richting Arnhem. Het wordt dus per dag bekijken wat we gaan doen en waar we uitkomen. We gaan uit van zo'n 6-8 weken, maar ook dat is natte vingerwerk. Door ervaring heb ik wel geleerd dat er veel factoren zijn die de tocht kunnen be-invloeden en we laten ons maar leiden onder het motto; Niets moet en alles kan en mag. Het is mooi als we in dit tijdsbestek Kootwijk kunnen binnenrijden, maar het is geen must.



                                                                   
(click op de foto's voor een vergroting)

Om bij Domaine d'Ainay te starten is een keuze van mij. Alweer 11 jaar geleden hebben Hans en ik hier onze tocht vanuit zuid Frankrijk be-eindigd. Zie  www.buckenroute.blogspot.com . 9 jaar geleden stond deze trip ook al bij mij in de steigers, maar vertrok Buck 2 dagen voor vertrek naar de eeuwige jachtvelden. Nieuwe kansen, nieuwe ronde en pakken we hier de draad weer op.
Ik heb voor 3 nachten kamers gereserveerd. Het is prettig om even te acclimatiseren en plannen te maken voor onze eerste etappes. Voor de paarden is het ook belangrijk om even te wennen en bij te komen van de zware, lange rit met de vrachtwagen. In Corbigny kunnen we wsl. wel goede kaarten kopen. We hebben ook een gps bij ons en kunnen met behulp van basecamp routes uitzetten, maar ik heb er graag een overzicht bij. Angela, als local, kan ons vast ook wel op weg helpen met tips en adressen.

De voorbereiding 

Eerst natuurlijk zorgen dat de paarden en wij zelf er fysiek  klaar voor zijn. Dat heet gezond zijn en een goede basisconditie. De paarden zijn volgens mij gezond en hun conditie goed genoeg om aan de trip te beginnen. Jan ziet er gezond uit, is een bezig bijtje en een taaie rakker, dus dat zit wel goed volgens mij. Zelf heb ik afgelopen jaar wat lopen klooien met mijn lichaam en waar ik normaal altijd wel een goede basisconditie heb, heb ik nu toch wel wat ingeleverd. Het gaat op het ogenblik wel goed en verwacht tijdens de rit mijn conditie  weer snel terug te hebben. Ik ben van plan veel te lopen. Doe ik de laatste weken ook al en dat werkt goed, heb ik gemerkt.


Ik heb alle materialen al en die zijn in orde. Kwestie van inpakken en wegwezen. De meeste aandacht gaat uit naar Casimir als pakpaard en Casimir als volgpaard van Cody. Jan heeft een militair pakzadel op de kop kunnen tikken. Prima kwaliteit en loeisterk. Beter kan niet. Hierop zitten stalen beugels bevestigd, waarop evt. kisten of grote tassen passen. Die zitten er niet bij, dus die moeten er nog komen  Dat is nog een hele uitzoekerij. Hier in Nederland zijn we niet bekend met het fenomeen pakmuilezels/-dieren, dus moeten we over de grens. In Amerika is genoeg te koop, maar betaal je de hoofdprijs. Na lang zoeken op internet, vindt Jan aluminium kisten, die ook wel gebruikt worden op aanhangtrailers en gaan hier mee aan de slag. Na wat aanpassingen en uitproberen ziet het er nu goed uit en zit het als een huis.
Jan en ik wonen nou niet direct bij elkaar in de buurt en de meeste communicatie gaat via de whatsapp. Voor Jan is het allemaal nieuw (muildier + zadel voor mij trouwens ook) en we overleggen veel. Soms is dat niet handig en teveel via whatsapp en ga dan ook een paar dagen naar Jan en neem Cobus mee om te passen en uit te proberen.
Ik ben ook heel nieuwsgierig hoe Cobus reageert op Casimir. Veel paarden moeten niks van ezels hebben en kunnen hier angstig op reageren. Nou is Casimir muidier, maar weten de paarden veel. Hij ziet er ezelachtig genoeg uit. Ook voor ons mensen trouwens. Als we Casimir met ezel aanspreken, verbetert Jan consequent; muildier. Gelukkig doet het Cobus allemaal niks. We gaan de paarden eerst rijden zonder bagage. Dat gaat prima. Die gaan goed met elkaar overweg.
Vervolgens Casimir met de kisten op zijn rug. Daardoor wordt ie een heel gevaarte. Oppassen met bomen, auto`s etc. Leidpaard Cody en volgpaard Casimir vraagt nog wel wat oefening. Casimir heeft de neiging te dichtop, of zelfs naast Cody te komen en daar wordt Cody toch wat onrustig van. Jan ook trouwens. Met die kisten is het ook hier oppassen. Kan gemeen zeer doen. Komt wel goed. Mijn ervaring is dat als de paarden eenmaal in een ritme komen het zich vanzelf oplost.
Na een paar weken ga ik nog een keer een dag(zonder paard) op en neer naar Jan. We hebben alle spullen en gaan dat nu een plek geven op Casimir en vastsjorren. Belangrijk is de gewichtsverdeling. Het ophangen van de kisten aan de beugels moet ook gelijktijdig, dus ieder aan 1 kant met een kist en dan 1-2-3 ….. en hangen. Tussen de kisten, op de rug, komen nog allerlei tassen die aan de ijzeren stangen vastgemaakt kunnen worden.  De eerste keer is het even zoeken wat het beste is en de eerste keer gaat het ook prompt fout doordat er iets tussen uitschiet en daardoor de rest ook een weg naar beneden zoekt, tussen de benen van Casimir. Die gaat aan de kletter op het weidje waar we aan het oefenen zijn. Door het gehobbel vliegt er ook een kist open en is het dekking zoeken, want de pannen vliegen door de lucht. Casimir gaat nog te dicht langs een paaltje en raakt deze met een kist.
Het loopt gelukkig verder goed af. Zo moet het dus niet. Daarvoor ben je aan het oefenen en weet je hoe het wel moet. Bij de tweede poging gaat alles goed en ligt ons huishouden als een kasteel op Casimir. Deze vindt het wel spannend, maar ondergaat het prima. Voor hem is het ook allemaal nieuw. `Brothers in arms` dus.
Casimir is een geweldig beest.  Hij is mooi, met die grote oren en apart. Nog wel groen maar ook heel cool. Komt wel goed. Jan heeft hem al voor de kar gehad en hij wordt nu ook western beleerd. Ik ben ontzettend nieuwsgierig hoe hij zich verder ontwikkeld.
Ik doe mijn zadeltassen ook op Cobus, maar doe hier alleen spulletjes in, die ik tijdens de rit mogelijk nodig heb. Regenjas, extra trui, eten, drinken etc. Dus qua gewicht stelt dat niet veel voor.
We nemen ook stroomdraad en prikstokken mee, zodat we onze eigen wei kunnen maken. Het verhoogd en verruimd onze kansen op een overnachtingsplek. De stroom wordt geleverd door  een apparaat met solar.

Volgens mij zijn we er klaar voor en is het aftellen geblazen naar de vertrekdatum.
Als je er over na gaat denken, moet er altijd nog wel iets gedaan en geregeld worden en ben je eigenlijk nooit klaar. Op een gegeven moment moet je ophouden hierover na te denken en gewoon gaan.
Een week voor vertrek krijgen de paarden ijzers met widiapuntjes onder.
                                                                                                                                                      

Vertrek

Om 18.00 rijden Teresa en ik in de vrachtwagen weg richting Ossendrecht. Achterin staat Cobus die geen idee heeft van wat hem te wachten staat. We blijven bij Jan thuis slapen en zullen de volgende dag vroeg vertrekken. Voor ons scheelt het dan toch weer een paar uurtjes rijden. Om half 9 zijn we on road, het avontuur tegemoet. De reis verloopt prima. Wel wat file in Parijs, maar Teresa stuurt ons er vloeiend doorheen. Centrum Kootwijk of hartje Parijs maakt haar niet uit.
Om half 7 komen we aan in Guipy.  Angela wijst de paarden voor deze nacht een stal aan, Teresa een mooie kamer aan de voorkant en Jan en ik delen een groot 2 persoonsbed aan de achterkant. Als we in bed liggen kijken we elkaar toch een beetje onwennig aan. We zien er de lol van in. 2 oude grijze duiven in een koffertje. We krijgen na het instaleren een heerlijke maaltijd voorgeschoteld. Menno, de man van Angela, is de kok.

De volgende 2 dagen gaan we om te beginnen vakantie houden. Kunnen we allemaal een  beetje acclimatiseren. De paarden gaan de weide op en zijn hier duidelijk blij mee. Ze kunnen gelijk goed met elkaar overweg en de beide jongelingen vinden elkaar al heel snel speelkameraadjes en spelen ruige spelletjes en vliegen door de wei. 


Het weer is super en we vermaken ons prima. Lunchen op een terras, een beetje hangen op het domaine heerlijk genieten de een prima maaltijden van Menno, een wijntje bij Teresa op de kamer en Jan en ik houden ons toch ook wel weer bezig met de bepakking van Casimir. Het blijft passen en meten. Het luistert nauw en moet goed zitten.
Dinsdag D-day. Teresa vertrekt om 06.30 weer richting huis. Een lange reis alleen in de vrachtwagen. Toppertje. 
Wij gaan alles weer inpakken en het opzadelen begint. Er gaat veel tijd inzitten en eindelijk om 11.30 gaat het los. We worden uitgezwaaid door Angela, Menno en Frank. Ons team is fris en we hebben er zin in. De paarden zijn voorwaarts en zoeken nog naar een ritme. Cobus wordt gelijk getrakteerd op zijn eerste koeien. Die kent ie nog niet en hij raakt daar toch wel lichtelijk opgewonden van. Dat zal wel vlot overgaan, want die komen we veel tegen. 
We trekken door een glooiend boerenlandschap over smalle weggetjes en onverharde werkpaden, met af en toe een auto. Met Casimir is het dan nog wel oppassen met die gevaarlijk uithangende kisten op voorruit hoogte. Hij heeft nog niet zijn vaste plekje achter Cody gevonden en zwalkt van links naar rechts. 
Rond 14.30 komen we in het dorpje Marcilly aan de Yonne. Het is tijd voor een pauze en kijken al wat rond naar een geschikt plekje. Bij een paar huizen stapt een man uit zijn auto en ik check onze route bij hem.  Uit een huis is ook een man op het gekletter van de paardenhoeven af gekomen. Do you speak English, vraagt ie. En Yes, we do. Zoeken jullie een plekje, is de volgende vraag. Yes, we do. Hij heeft wel wat. 
We volgen hem om een hoek en hij doet een hek van een grote tuin met gras en bomen open, met in het midden een huisje met een een schuin dak tot aan de grond. Voila. Is een vakantiehuis van een vriend en we mogen overal gebruik van maken. We wilden aanvankelijk alleen maar stoppen voor een pauze, maar dit kun je niet laten lopen. Afzadelen die hap, onze werkdag zit er op. 
Antonio heet de man. Spaanse vader, Engelse moeder, Franse vrouw. We zijn net zo oud en dat schept gelijk een band. Zijn vrouw, Monique, komt er ook al aan met een blad met kopjes en koffie. Na de koffie laten ze ons alleen zodat we ons kunnen instaleren. Antonio vraagt nog wel of we het leuk vinden om straks met de paarden naar de rivier te lopen. Doen we. 

Na onze wandeling nodigt Antonio ons uit voor het diner bij hem thuis. Monique is nog aan het koken als we daar komen en Antonio neemt ons mee naar zijn `mans cave`. Hij is gek van muziek en verzamelt bijzondere Lp`s en daar stroopt hij alle markten voor af. Oude live plaat  van de Beatles in Hamburg staat op. Hij laat ons wat bijzondere exemplaren zien,die veel geld waard zijn en die hij voor 1 euro gekocht heeft. 
Het wordt een gezellige avond met een heerlijk diner. Brandnetelsoep, preitaart, kaas na. Ze hebben een grote moestuin en zijn bijna geheel self supporting in deze. Zelfs veel kruiden waar ze thee van  maken. Ze vertellen ook heel enthousiast over met succes gevoerde acties die ze hier in het dorp hadden tegen een grootschalige ontbossing ten faveure van industrie. Prima mensen.

Woensdag zijn we na ruim 20km in de buurt van Bazoches waar we zoeken voor een plekje voor de nacht. Weides genoeg, maar de eigenaren kunnen we niet vinden. 
We trekken door en zien een mooie plek in het bos waar we illegaal wel ons eigen kamp kunnen maken. We hebben prikkers, draad en solar schrikapparaat bij ons. Gaat prima. Het is rond half 9 al aan het schemeren en het koelt behoorlijk af en het wordt vochtig. We duiken in onze tenten en warme slaapzak. Vooral in de vroege ochtend is de temperatuur rond het vriespunt. De tenten aan de buitenkant nat door de dauw en binnen door de condens van onze ademhaling. Nergens aankomen dus. Gelukkig is het prachtig weer en droogt het spul ook wel weer snel. Operatie geslaagd.


Donderdag hebben we het plaatsje St-Andre en Morvan als doel uitgekozen. Daar willen we ook een rustdag houden voor de paarden. We beginnen rustig, om te kijken hoe de paarden omgaan met deze wandeling. Het is omhoog en omlaag en zwaarder beladen dan normaal. Iets wat ze niet gewend zijn. Vooral met de jonge paarden is voorzichtigheid geboden. We kiezen voor een ritme van 2 dagen
rijden, dag rust. St Andre is een mooi en weer klein plaatsje met een kerkje en een fontein er voor. We raken aan de klets met een vrouw van een boerderij. Ik leg uit wat de bedoeling is en ze overlegt met haar man. Deze heeft wel een stuk wei naast het kerkhof, waar we op mogen. Hij gaat ons voor in de auto. Bij gebrek aan een bakker kunnen we stokbroden overnemen van de boerin. 
Met onze eigen spullen maken we weer een eigen weide, met aan 1 kant de lange muur van het kerkhof. Prima plek en rustige buren. Nog steeds strak blauwe lucht, maar wel met wind. We hebben de muur als rugdekking. Ik gebruik de rustdag om maar eens aan dit weblog te beginnen, maar bij het plaatsen laat ik mijn muis vallen en is alles wat ik die dag geschreven heb weg. Nondeju. Ik zit dus nu een week later weer opnieuw te schrijven. Goed opletten nou. De nachten blijven koud. We liggen dus als de kippetjes vroeg tussen de klamme lappen. `s Morgens is zelfs de rijp op het gras bevroren.

We raken weer door ons brood heen en ik ga nog een brood scoren bij de boerin. Krijg ik, maar wel met een blik van; dit is de laatste keer. Warm eten is nog geen probleem. We hebben nog genoeg kant en klaar pakketten van Bever. Smaakt prima. We staan wel droog wat de wijn betreft, maar daar slaan we ons wel doorheen. 
Het is leuk om naast de paarden te slapen. Zo hoor je dat ze `s nachts net zo bezig zijn als overdag. Ik ben er 1 keer uitgegaan op het geren van de paarden. Blijken Casimir en Cobus gewoon met hun ruige spelletjes bezig zijn. Ze vliegen in vol galop langs ons lijntje en hebben schijngevechten. Leuk stelletje.

Zaterdag is het doel Magny. Een iets groter dorp met boulangerie. We hebben gemerkt dat de kleinere plaatsjes niks geen winkels meer hebben en we onze bestemmingen moeten richten op winkels. Eten voor ons zelf vinden blijkt dus ingewikkelder dan voor de paarden. Gras is er overal. 
In Magny vraag ik de weg naar de plaatselijke winkel aan een vrouw,bezig in haar tuin. Zijn jullie Nederlanders? We maken kennis met Hollandse Monique, die al 30 jaar in Parijs woont en hier een huisje met een tuin erbij gekocht heeft.We mogen onze nacht doorbrengen in haar tuin. Ook rekening houdend met haar boompjes, waar Cody al snel een tak vanaf gebroken heeft, wordt het een creatief modelletje kleine wei voor de 3 C-`s.  We eten mee met Monique en Joe(zoon) en hebben weer een gezellige avond.



De zondag is warm en we trekken door naar Guillon,wat 12-14 km verderop ligt. We verlaten de Morvan. Guillon is een prachtig plaatsje aan een rivier. We zien bij de dorpsbrug een mooie wei en ook hier kunnen we na toestemming van de eigenaar zonder problemen op terecht. In de hoek staat een golfplaten schuilstal, die Jan en ik snel opeisen als woning. Casimir stond al binnen, maar die moet er weer uit. Scheelt ons een hoop gedoe met de tenten. Ook droger. We leggen een zeil  neer, waarop we onze matjes en spullen kunnen leggen. 



Na de arbeid  besluit Jan zijn haren te gaan wassen in de rivier. Kan ik natuurlijk niet achterblijven.
Het water is koud, maar wel lekker opgefrist en ons kapsel oogt weer glanzend grijs.  Casimir oogt niet fit. Hij heeft het gehad en is doodmoe. Hij staat hoofdzakelijk te slapen. We lassen een extra rustdag in en gaan  bekijken wat we nog aan ballast kunnen dumpen, om het hem gemakkelijker te maken. Alles bij elkaar gooien we nog zo`n 15 kg weg. Casimir is net als Cobus 5 jaar oud en dus nog jong en onvolgroeid, waarmee je dus terdege rekening moet houden. Daarbij conditioneel nog niet op het peil om voluit te gaan. Ook nog onervaren in het dragen van ballast. We besluiten dan ook om de ritjes voorlopig kort te houden. 
De volgende ochtend loopt ie alweer met Cobus te spelen en eet weer volop. Nog een dagje rust zal hem goed doen. 
Jan en ik gaan naar een dorp 3 km verderop om boodschappen te doen in de daar aanwezige supermarkt. Dat zal met de benenwagen moeten, want openbaar vervoer is er niet. Jan heeft stille hoop op een lift en doet wat pogingen om een auto te verschalken, maar noppes. Nou valt 3km lopen ook nog wel mee. Als we het plaatsje binnenlopen zien we als eerste een kroeg en we verheugen ons al op een sissend biertje op de terugweg. Alzo geschiedde. Nou is 1 biertje niks , dus een tweede laten we rustig in de benen zakken. De terugweg loopt ietsjes zwaarder, maar we kunnen het hebben.




We gaan weer op weg en na 12 km zijn we in Vassy en staan bij een fontein de dorst van de paarden  weg te werken. Een man komt nieuwsgierig bij ons kijken. 
Mooi moment om de man in onze zoektocht naar een weide te betrekken. Hij heeft misschien wel iets. We moeten maar even mee om te kijken of het wat is.  Hij laat ons een stukje gras tussen wat oude auto`s en aanhangers zien. Niet echt geschikt. 
Hij weet misschien nog wel wat, maar dan moet hij even met een boer gaan overleggen. Momentje dus. 10 minuten later is ie terug en heeft wat anders. 
We moeten ergens een hoekje om en laat ons een schitterende ca 2 ha grote, geheel ommuurde weide zien. We bedanken hem en zien hem niet meer terug. 


Bij het afzadelen, zien we dat Casimir lelijke schuurplekken krijgt van het borsttuig en de broek om zijn kont. Daar is het zelfs al een wond. We besluiten het zonder dat tuig te proberen. Dat heeft eigenlijk alleen zin, als je sterk moet klimmen en dalen. Daar is nu geen sprake van. Het blijkt later inderdaad ook zonder te kunnen.

Van Vassy willen we naar Montbard. Een iets groter plaatsje met winkels en een centre equestre, waar  we wsl wel een douche en wellicht een echt bed kunnen scoren. Een rit van zo`n 25 km.Het is een mooie afwisselende tocht en schitterend weer. Wel veel omhoog en omlaag. Vooral de laatste kilometers een lange klim en lange afdaling. Ik vind dat niet lekker rijden en Cobus ook niet lekker lopen. Het laatste stuk  voor Montbard moeten we langs een drukke weg met ook veel vrachtverkeer. De paarden doen dat goed en zijn niet bang. 



Eindelijk kunnen we van die weg af en gaan door een woonwijk richting berg waar we via een wandelpad omhoog gaan naar een bovengelegen wijkje waar de manege is. Een pittig klimmetje waarvan de helft traptredes zijn. Het maakt de paarden niets uit. Eindelijk zijn we bij de ponyclub. Het is niet groot en ziet er wel rommelig gezellig uit. De tent wordt gerund door Abbes en Rafaelle.Zijn zijn net bezig met een clubje kinderen dus we moeten even wachten voor verdere afspraken. We kunnen in ieder geval blijven en alvast afzadelen.
Abbes is een Franse Algerijn van begin 30 jaar. Vriendelijk, vrolijk, hartelijk en vooral gastvrij. Hij heeft 3 jaar op deze manege gewerkt en het een jaar geleden overgenomen. Een man met 100 enthousiaste ideeen en wil deze het liefst tegelijk verwezenlijken. Het gevolg is dat er overal op het terrein on-affe projekten liggen. Hij doet alles zelf. 
Onze paarden gaan op de wei en wij mogen in de on-affe kantine ons bivak opslaan. Hij rijdt ons naar de  supermarkt en laat gelijk de stad zien, met restaurantjes waar we kunnen eten. `S avonds brengt hij ons naar eentje en na een telefoontje haalt ie ons ook weer op.  De volgende dag zien we dat Cobus erg moe is en besluiten er nog een extra rustdag aan te plakken. Vooral het dalen en klimmen blijken zwaar voor hem. We relaxen 2 dagen op de manege, Gaan naar het stadje, pakken een biertje op het terras, bakken `s avonds een paardenbiefstuk, met sla, genieten van Joe Bonamassa via spotify, afgespeeld  een klein meegenomen boxje en drinken ons wijntje. We hebben het gezellig. De laatste avond gaan we met Abbes en Rafaelle een hamburger eten in de stad. 

De volgende morgen pakken we de draad weer op en de karavaan trekt voort in noord oostelijke richting. 
We maken al snel een navigatie fout en belanden op een soort provinciale weg met redelijk veel verkeer, welk behoorlijk hard rijdt. Ik vind het maar niks en zie de auto`s gevaarlijk dicht langs die kisten van Casimir gaan. Die zwalkt nog wel wat en eigenlijk gevaarlijk om daar te lopen. We schieten een bospad op, maar komen er niet snel weer uit en lopen te cirkelen om weer op het juiste pad te komen. Het gaat erg omhoog en omlaag en ik vind het niet lekker lopen en Cobus heeft het er ook weer niet gemakkelijk mee. 


Eindelijk zitten we weer op een landweg en komen in Touillon. We hebben 14 km gelopen, maar zijn hemelsbreed niet zoveel opgeschoten. We kappen er mee en we vinden weer vlot een weide. Deze keer van een arts. 
Het is behoorlijk fris en er valt af en toe ons eerste druppeltje regen. Na het eten gaan we nog even bij het huis wat water voor de paarden halen en vroeg ons bed op te zoeken. Jan zegt; Als ik nou zielig en bibberend bij de deur gaan staan, vragen ze ons misschien wel binnen. Ik had besloten om deze dag maar eens alcoholvrij naar bed te gaan, na toch wel wat wijnrijke dagen. 

Na aanbellen hangt monsieur docteur al vlot uit het raam. Willen jullie een aperative, vraagt ie. Mais oui , is ons antwoord. Daar gaat ie weer. Ik hoefde niet eens te bibberen, zegt Jan. We komen in een schitterend klassiek pand, waar een bijzondere haard lekker warm knettert.  Chivas regal doet de rest. We blijven niet al te lang. Onze Franse taal is niet toereikend genoeg om het gesprek lang op gang te houden. Monsieur is heel vriendelijk, maar niet erg spraakzaam.  
`sNachts regent het wat, maar is het gelukkig de volgende ochtend weer droog en gaan we verder. De paarden zijn fris en doen het goed. Ze lopen lekker door en kunnen kilometers maken. Het is zondag 1-e paasdag en we komen bijna geen mens tegen. 



We proberen Aisey sur Seine te halen en willen daar weer een dagje rust houden. Na een week kamperen hebben we wel behoefte aan een bed, warmte en een douche. Op internet gezien dat daar wel wat mogelijkheden zijn.  Mooi plaatsje en we worden door iemand doorverwezen naar een hotelletje. Daar aangekomen gaat deze net sluiten en heef geen plaats voor ons. De eigenaar en nog wat mensen slaan aan het telefoneren om ons toch een plaatsje te bezorgen. Uiteindelijk kunnen we bij ene Jacky terecht. Hij heeft weide en we kunnen bij hem in huis slapen. Hij is er pas over 2 uur, maar kunnen in de weide vast afzadelen. 
We worden hier heen gebracht door het groepje van het hotel. 1 van hen blijkt later de burgemeester te zijn, tevens vriend van Jacky Gaillard. We krijgen een grote weide, maken die een stuk kleiner met ons eigen draad, want niet alles was afgezet.  We zadelen af en al snel komt Jacky aanlopen en neemt ons mee naar zijn huis. Daar aangekomen leidt hij ons door een rommelige garage door een gang naar een kamer in het souterrain. Alles is net zo rommelig en randje vies, als zijn garage. Er staan 2 bedden met een stapel beddegoed op de grond. Hier kunnen we bivakeren. Er is ook nog een toilet en douche in een naast gelegen ruimte. Het ruikt ook naar katten.
In mijn fantasie had ik gerekend op een chambre d`hotes, met schone kamer. Het was even omschakelen. 




Jacky biedt ons wat te drinken aan en die nuttigen we in de tuin. Al vlot komt er een buurman bij en die spreekt gelukkig ook wat engels. Dit is Alexandre, een gezellige vent met humor. 
Het koelt af en we gaan bij Jacky naar binnen en hier slaat de anticlimax stemming al heel vlot om in 1 van de hoogtepunten van onze trip tot nu toe. In het midden van een kamer staat een eettafel, met daarachter een grote scouw met een knappend vuur. Je kunt rond de schouw lopen. Aan de andere kant is de keuken. Alles is net zo rommelig als beneden, maar de sfeer is anders.
De flessen wijn gaan open, Jacky snijdt eigen gerookte worsten en ham aan met een op tafel staande ouderwetse handsnijmachine. Er komt een grote pot met eigengemaakte Pate bij en het wordt supergezellig. Jacky blijkt slager geweest te zijn en is gepensioneerd. Dat gebeurt hier nog met 60. 
Catharine de partner van Alex is inmiddels ook aangeschoven. Intussen heeft Jacky nog een maaltijd gemaakt. Gebakken schaapslever en aardappelpuree. 
Alexandre heeft een aantal jaren geleden Parijs en gezin ingeruild voor een bestaan op het platteland. Hij heeft hier een oud groot pand gekocht en is deze aan het opknappen en verbouwen tot een Chambre `d hotes. Hij is een oud atleet en heeft in Parijs ook trainingen gegeven. Jacky gaat elke morgen een uur bij hem trainen in de gym die Alex thuis heeft. Hij had last van zijn rug en is dankzij de gym hier volledig vanaf. Alex nodigt ons ook uit om mee te doen de volgende morgen. Is goed, doen we. Volgende morgen om 09.00, eerste paasdag melden we ons. Er voegen zich ook nog 2 jonge vrouwen, Isabelle en Marie, toe. Ik krijg van Alex een strakke broek en schoenen en Jan moet het doen met een korte broek en op zijn sokken, want voor zijn lange lijf heeft Alex niks anders passend. We zijn een uur aan het stoeien met gewichten en elkaar, onder deskundige begeleiding van Alex. IK moet bekennen dat ik het wel lekker vond. 
Alex nodigt ons allen ook uit voor de middagmaaltijd. In de tussentijd wandelen Jan en ik door het mooie dorpje op naar de Seine die hier niet ver vandaan zijn oorsprong vind. We vinden het toch wel bijzonder om hier aan de Seine te staan. Om 13.00 zitten we met ons zevenen aan tafel in een sfeervol huis. Alex heeft voor de gelegenheid een paar  bijzonder wijnen aangerukt. Eentje van 20 jaar oud. We krijgen een paar gangen opgediend, waarvan heet hoofdgerecht bestaat uit hertenpoten en schaapsvlees en sluiten uiteraard af met kaas. We zitten wel ruim 2 uur aan tafel. Jan en ik kijken elkaar af en toe ongelovig aan. Het houdt maar niet op. De vriendelijkheid en gastvrijheid is grenzeloos. Deze pasen zal ik niet snel vergeten. Alex heeft 3 schaapjes in de tuin lopen. Eentje heet er Sher, een ander Lock
En de derde Holmes. Als ze moeten binnenkomen roept ie; Sherlock Holmes, viennnn.

De volgende morgen is het weer tijd om de paarden op te zadelen. Na afscheid genomen te hebben van Jacky, Catharina en Alexandre hebben we het vizier staan op Leuglay. Het is behoorlijk fris en `s nachts vriest het, dus als we een dak boven ons hoofd kunnen krijgen is dat wel prettig. Volgens internet is er een Gite in die plaats. De weg gaat hoofdzakelijk overeen eindeloos lang werkpad door het bos. Het gaat berg op en af.  De paarden zijn fris en raken in conditie en kunnen een rit van 28 km goed aan. In Leuglay is inderdaad een gite, gevestigd bij een oud stationnetje buiten werking. Daarnaasr zijn wat huisjes gebouwd. Er is plek en voor de paarden moeten we zelf een weide maken. Geen probleem. We moeten 100 euro per nacht betalen. Fiks aan de prijs, maar moet maar een keer. We hebben al heel wat nachten en dagen kosteloos doorgebracht. Jan haalt er het optimale uit door een paar keer te douchen. We hadden gehoopt in het plaatselijke restaurant wat te eten, maar de keuken was dicht. In onze kist liggen nog een paar vacuum ingepakte paardenbiefstukken , die op een goede bestemming wachten. Daar zorgen wij wel voor. Sla en stokbrood erbij en het is weer super. 
`s Morgens krijgen we bij het afscheid, van een paar aanwezige lokale kijkers nog 2 flessen wijn in de hand gedrukt. 
De volgende stop met slaapgelegenheid is te ver, dus dat betekend weer een nachtje in de tent. De voorspelling is min 3. Nou is dat in de slaapzak goed te doen, maar `s avonds buitenzitten is niet aangenaam.  



Onderweg houden we pauze bij een oud huis en idem bewoners. We rijden er per ongeluk tegenaan en een oud exentriek vrouwtje met knal rood geverfd haar staat ons vriendeijk te word. Een oude man met wandelstok komt er bij.  We mogen de paarden wel een uurtje in de wei zetten, Daar hebben de paarden van de vijandelijke cavalerie in de eerste wereldoorlog ook gestaan, zegt ie en gaan zelf ook wat nuttigen. We krijgen er een kopje koffie bij. Bij het opzadelen loop ik wat met de gekregen wijn te schuiven. Ik vertel hem hoe het zit met die flessen. Wil je ook schnapps , vraagt ie en wenkt dat ik mee moet komen. We gaan ergens een deur in een paar trappen af en komen in een soort kelder. ik zie daar een zeer oude molensteen en  een oliepers. 
Op de rand staan grote flessen met zelf gestookte eau de vie. Er zitten etiketten met data op. Ja, dat wil ik wel. Ik heb een 0,4 thermosfles, waaruit ik het water onmiddellijk weggooi om in te ruilen. Hij zoekt iets lekkers uit, want elke fles schijnt weer een ander recept. Ik krijg iets exclusiefs. Op het etiket staat een datum uit 1909. Voorzichtig he, zegt ie. Het is heftig spul. We gaan nog een ander deur door en daar komen we bij een watertje, welk onder het  huis door stroomt. Er staat ook een reuze rad voor de aandrijving van de molensteen en pers. Hij wekt er ook electra mee op. We staan in een molenaarshuis uit 1500 en is al 6 generaties in de familie van zijn vrouw. Geweldig.  Hij neemt ons ook nog mee de woning in, waar een graanpers staat. We kijken onze ogen uit. We staan in een museum. Je zou hier een documentaire kunnen maken.

Na zo`n 22 km. Zien we een mooie weide in het bos met aan 3 kanten beschutting door bomen. Ook uit het zicht. Hier gaan we ons kamp maken. En kunnen we ook prima een vuurtje aanleggen. Er ligt royaal dood hout om ons heen en al snel hebben we het `into the wild` gevoel. We eten weer een Bever maaltijd. Deze keer Nasi met cashew. Deze pakken blijken elke keer weer een succes. Makkelijk klaar te maken, voldoende en nog lekker ook. Het is weer genieten geblazen. Wat kun je toch met simpel tevreden zijn.



De volgende morgen worden we wakker met het ijs op de tent. Jan port het vuurtje weer op en het is weer aangenaam toeven. We vertrekken pas om 12 uur. We hebben geen haast, want we hoeven maar 16 km naar Arc en Barrois, waar een centre equestre is en we weer een dag pauze willen houden. Onderweg blijkt er een hoefijzer van Casimir los te zitten en kunnen die daar wsl wel door een hoefsmid laten behandelen. De hoefsmid komt de volgende morgen al.
We slapen in een Caravan. Warm en droog in een goed bed. Onze ijzers kunnen nog wel en bij Casimir slaat hij er een paar nieuw nagels in en moet volgens hem ook weer goed gaan. We hebben een zeer luie dag in schitterend weer. De temperatuur is gelukkig weer wat hoger. Arc is een mooi plaatsje, dus we zitten goed hier.



De volgende dag ontdekken we tijdens het opzadelen dat hetzelfde ijzer bij Casimir er weer half af ligt. Shit. Lekker werk van de hoefsmid. We kunnen weer afzadelen en de man van de equestre belt gelijk de hoefsmid. Die komt `s middags. We blijven een dag extra. Dit soort dingen gaan nu komen. De ijzers gaan slijten, maar we willen ze zo lang mogelijk laten zitten. Met 3 paarden en dus 12 ijzers wordt het verlies van eentje nu steeds groter. 

Het is zondag, prachtig weer en we gaan weer. Marnay sur Marne staat er op het programma. Een rit van ongeveer 27 km. Om half 11 zijn we en route en die verloopt prima. Paarden zijn fris en gaan goed. Een zondag is hier echt een rustdag. De dorpjes die we doorkruisen zijn uitgestorven.




In Marnay zien we wel wat mooie weides voor onze overnachting. Ik informeer bij een vrouw naar de eigenaar. Ze verwijst ons door naar een huis om de hoek. Daar woont iemand met paarden, die kan ons vast wel helpen. Na wat aandringend bellen en kloppen zien we na een tijdje een slaperig hoofd voor het raam. SiestaTijd! Hopelijk hebben we zijn humeur niet verpest. Blijkt gelukkig niet zo. Aardige man en hij wijst naar een weide aan de overkant waar we terecht kunnen. Het ritueel van afzadelen, tent opbouwen en huiskamer creeeren volgt.


Tot de zon verdwijnt is het aangenaam vertoeven, dan wordt het vlot kouder en eigenlijk onaangenaam om buiten te zitten. Met een kampvuurtje erbij is het dan nog wel te doen, maar dat gaat niet overal. De enigste plek is dan nog de slaapzak opzoeken. Dat betekent rond 21.00 eind dag en een lange nacht voor de boeg. Het is die nacht behoorlijk koud. Ik denk de koudste die we gehad hebben. Het kan net. Alles is stijf bevroren bij het opstaan. Gelukkig schijnt de zon alweer en staan we er midden in. Dan is de narigheid weer snel vergeten.


We zien op de buienradar dat er voor dinsdag regen op staat, dus we moeten zorgen dat we maandag en dinsdag ergens binnenslapen. Op een afstand van 22 km ligt le Puits de Mezes en daar is een manege met chambre d hotes. Dat moet m worden. Ik heb gebeld en we kunnen terecht. 
Het wordt een schitterende rit. We rijden veel door de natuur met veel landweggetjes. Heel afwisselend.

De Haute Marne is glooiend met uitgestrekte landbouwvelden, waar het koolzaad in volle bloei staat. We kruisen de rivier de Marne en rijden een stukje langs het Bourgogne-Champagne kanaal. Door een mooi bos parallel aan stromende beekjes en weilanden met koeien.




Om 16.00 zijn we op de centre equestre krijgen we onze plekjes toegewezen. We hebben een huisje, met een iets te krappe toilet, voor Jan zijn lange benen en een douche met een boiler, waar je goed en snel moet plannen, om alles met warm water gesopt te hebben. Er is in het dorp niets , wat winkels of restaurants betreft en Isabelle leent ons haar auto om naar Chaumont te rijden. We doen daar onze inkopen en gaan in een eenvoudig restaurantje eten. We zijn alleen en eigenaar is generatie genoot en heeft Deep Purple op staan. We raken wat aan de klets en hij vindt ons verhaal prachtig. Bij het afrekenen wil ie van een fooi niets weten. Sterker nog, hij rondt het eindbedrag met een paar euro naar beneden af. 

Wat het weer betreft schijnt ons geluk nu een beetje opgebruikt. Het regent 2 dagen achter elkaar. Aan het eind van de eerste dag zelfs een beetje natte sneeuw. We zitten de hele dag in ons huisje en draaien veel muziek. Thanks to spotify. Jan stort zich op patience en wint zelfs een keertje een spelletje. De bofkont. Mijn verslaving is hartenjagen. De man van isabelle, Denis, werkt in Chaumont en we rijden met hem de volgende middag mee en moeten ons daar vermaken tot hij om 19.00 weer uitgewerkt is. Het breekt de dag.



Dag 3 moet het maar. We twijfelen nog een beetje, want dat doet het weer ook.
We gaan. Isabelle heeft voor ons een mooie route uitgestippeld richting Grand. Ze rijdt  een stukje met ons op, samen met haar dochter. Gezellig. Het wordt een schitterende rit en bijna alles over mooie paden door de natuur. Eerst door een mooi bos en vervolgens door een lang kronkelend dal met daarin een snel stromend riviertje met aan beide zijde weideland, waar koeien in lopen. Af en toe een oude boerderij en zelfs een Abdij. Wat is Frankrijk toch mooi.



 In het bos zijn moeder en dochter al omgedraaid. Lieve mensen. Helaas houden we het niet droog en gaat het serieus regenen. De regenjassen gaan aan en zo rijden we een paar uur. Hopelijk vinden we onderdak, want nu in een tent is geen prettig ding. Er schijnt een hotelletje te zijn in Andelot- Blancheville en hopelijk ook een weide voor onze dragers. Vlak voor Andelot lopen we vast op een stevig dichtgebonden prikkeldraadhek, dwars over het pad, voor een wei. Dat is elke keer de angst als je over boerenland rijdt. We proberen iets verder een doorgang te vinden, maar is er niet. Helemaal terug gaan we niet doen, dus moet het hek gewoon open. Uiteindelijk lukt het. Vooral oppassen met dat prikkeldraad, want dat is gemeen spul. Alles is hier bijna afgezet met prikkeldraad en de paarden zitten dan ook onder de krassen en wondjes.

Andelot-Blancheville is een plaatsje met een plein, waar op dat moment ook een paar marktkraampjes zijn. Het regent nog steeds als we het plein oprijden. En inderdaad is er een hotelletje.
We rijden onder veel bekijks het plein op en ik parkeer Cobus aan een boom, doe mijn jas over het zadel en ga naar het hotel om te kijken of daar wat te regelen valt voor de nacht. Een kamer voor ons is er en voor de paarden klimmen 2 dames in de telefoon en gaan rondbellen. Jan krijgt daar buiten ondertussen een kop koffie in zijn hand gedrukt door een kraampoelier. Het duurt even, maar dan is er ook wat voor de paarden geregeld. Ze komen vlakbij in de wei van een boer. Geweldig en we zijn toch wel opgelucht dat het weer gelukt is en we de natte spullen kunnen drogen.

De volgende dag is het weer droog en zonnig, dus kunnen we verder naar Grand. Een rit van ongeveer 25-30km. Omdat we niet veel op te ruimen en in te pakken hebben, zitten we om 10.00 uur in het zadel.



We rijden veel door eindeloos mooie landbouwvelden en door het glooiende landschap kunnen we ver kijken. 2 km voor Grand rijden we door een dorpje en passeren een wei, waar een jonge vrouw bezig is met een paard en raken aan de praat en voordat we het weten staan we alweer op een wei. Deze keer kaalgevreten, dus er moet hooi bijkomen.
`s Nachts regent het maar de dag begint weer met een zonnetje. De weersberichten zijn niet echt lekker. Het is nu zaterdag, 29 april, en vooral maandag ziet er slecht uit en dan willen we toch wel droog zitten. Eigenlijk zijn de paarden weer aan een rustdag toe, maar het is ook zonde om een droge dag niet te gebruiken om verder te komen. Een dilemma dus. We kijken op internet of er zo rond de 15m verder een slaapmogelijkheid is, maar zien niks. Op de bonnefooi gaan is niet aantrekkelijk en eigenlijk wil ik ook niet tornen aan de rustdag van de paarden. Ze doen het goed en dat moet je zo houden. Ik ga met de lokale mensen overleggen of zij iets weten. In Grand is wel wat en vanaf hier is het noordelijker dun bezaait met gites,chambre d`hotes, etc. Een man gaat rondbellen in Grand en zegt dat ie iets gaat regelen voor ons. Ff geduld.
Wij gaan ondertussen de paarden opzadelen. De man heeft iets en gaat in zijn auto met ons mee naar Grand.
Hij heeft een chambre voor ons en voor de paarden een grote weide geregeld. Wat een ontzettend behulpzame mensen treffen we toch elke keer weer. Ze vinden het ook heel vanzelfsprekend. Ik zie dat bij ons toch niet zo snel gebeuren.




De 2 km op weg naar Grand laten de paarden duidelijk merken, dat ze er weinig zin in hebben. We hebben dus goed gedaan om voor een paar rustdagen te kiezen.
Onze kamer is in een mooi karakteristiek huis, waarvan de voorgevel geheel bedekt is met wijnranken en onze gastgevers zijn een oud echtpaar. Monique(alweer) is een bezig vrouwtje, waarvan haar mond geen moment stilstaat. Haar praten is een beetje als zingen, waarbij ze haar hele lichaam gebruikt om het kracht bij te zetten. Als ze de trap af komt vliegen hou je je hart vast en steek je al bijna je armen uit om haar op te vangen. Haar man zit een beetje afwezig op een halve meter afstand van de TV, met een koptelefoon op zijn hoofd. Half doof, half blind en een zwak hart Zo zijn de verhoudingen hier in huis In dit huisje en dorpje  gaan we het wel een paar dagen volhouden.

We zijn nu 4 weken onderweg en het is wel duidelijk dat we Kootwijk natuurlijk niet gaan halen. De tijd van reizen houdt bij Jan bij 6 weken op. Met nog 2 weken te gaan is Duitsland haalbaar en moeten we daar ergens opgepikt worden. Voor onze ophalers is het dan het makkelijkst als we ergens dicht in de buurt van een snelweg zitten. Het ziet er naar uit dat Metz, tegen de Luxemburgse grens, daar het meest voor in aanmerking komt. We hebben hierover inmiddels al contact met Raph en Ad.

Ondertussen probeert Monique ons om te brengen met een overdaad aan goede zorg. We zijn er volledig in de kost  en worden volgepropt met heerlijke soepen, taarten, chocolade mousse, kazen, eau de vies etc. Ze is niet te stuiten.
Op maandag verliest Jan een vulling uit een tand en de buurvrouw regelt een tandarts in Neufchateau, 20km verderop. Haar zoon brengt ons er heen en spreekt Jan aan met ` le Victim`. Dat belooft gezellig te worden.




Bij de tandarts aangekomen, mag Jan direkt op de operatiestoel. Het lijkt een vipbehandeling. Wij mogen mee naar binnen en willen natuurlijk wel meemaken hoe Jan daar onderuit gaat en gaan alles uiteraard op de camera vastleggen. Als ie om een spuitje vraagt, stangen wij hem natuurlijk; Heee, watje.  Jan overleeft ook deze aanslag en we besluiten dat het zo wel weer genoeg is geweest in Grand en vertrekken de volgende dag.


De weerberichten zijn nog wel onbestendig, maar dat bleek de laatste dagen nog wel mee te vallen.
We vertrekken met rustig weer, maar na een uur krijgen we de eerste stevige buien over ons heen. Behalve de voeten houden we het onder de regenjassen goed droog. We schuilen in een grote hooischuur, waar we toevallig langs komen en houden daar pauze en kunnen overdenken wat te doen.

Er valt eigenlijk niet veel te overdenken. De ergste buien laten passeren en dan verder. Na een goed uur wordt de regen een motregentje en als we weer een uur verder zijn wordt het droog en vinden we een plek in een dorpje voor de paarden en onze tenten. We liggen er weer vroeg op en de volgende dag vertrekken we naar Mauvages.
We zitten in het departement de Meuse. Het land van de Maas dus. Dit is een zeer dun bevolkt gebied en dat is goed te merken. Smalle weggetjes en weinig verkeer. Vlak voor Mauvages rijden we over een landweg het erf op van een goed uitziende boerderij. Een aantal jachthonden slaan aan en een vrouw komt naar buiten. We denken dat we verkeerd gereden hebben. Een afslag gemist of zo. Dat is echter niet het geval. De weg loopt gewoon over het erf, vertelt de vrouw. We checken bij haar de overnachtingsmogelijkheden in Mauvages. Blijkt dat we ook bij hun terecht kunnen. Ze hebben een gite op het terrein en weide is uiteraard geen probleem, mits we zelf kunnen afzetten en dat kunnen we. We zijn dus weer vlot onder de pannen. Leuke mensen, waarbij we `s avonds een wijntje meedrinken.


Morgen wordt het mooi weer en we verheugen ons op een rit die bijna geheel langs het Marne-Rijnkanaal gaat.


Didier heeft voor ons een adres in Void, 14 km verderop langs het kanaal, bij een bevriende collega boer, Vincent genaamd. We kunnen daar terecht op de boerderij van diens ouders. Of we daar ook een bed krijgen blijft een beetje onduidelijk. Dat willen we wel graag, want e komen weer een paar regendagen aan. We gaan het zien. Het is nu vrijdag, 5 mei, en mooi weer. De temperatuur is aangenaam en dat vinden de vliegen ook. Hele  trossen hangen er aan de paardenkoppen. Cobus heeft een paar wondjes op zijn borst en die zitten ook vol. Die smeer ik nu maar af met groene klei. Langs het kanaal, met om de kilometer met wel een sluisje met groot verval, is in eerste instantie leuk rijden , maar wordt toch na 10km wel wat saai, mede ook omdat er vlak naast ons een weg parallel meeloopt. Het schiet wel op want alles is vlak.
We arriveren rond 15.00 bij Vincent en na wat overleg over de mogelijkheden, hebben de paarden een wei aan een riviertje vol met dikke forellen en wij kunnen een kamer krijgen bij zijn ouders in huis. Dat laatste is ook wel weer bijzonder. Dit oudere echtpaar krijgen 2 volstrekt vreemde buitenlandse kerels/zwervers in huis.  We zijn er wel blij mee ivm de regendagen die komen gaan. Het is weer een fijne familie waar we mee te maken hebben.
Zaterdag gaan we met Vincent mee naar huis en eten daar mee. Bij zijn ouders begint het schoorvoetend met een kopje koffie, maar na deze betere kennismaking is het ijs snel gebroken en zitten we zondag ook aan de eettafel. Het middageten hier op het platteland duurt al gauw anderhalf uur en ben je daarna nog wel een uurtje aan het bekomen van alle lekkere dingen. Het breekt de dag op een aangename manier.
Die regendagen zijn hangdagen en je kunt niet veel meer doen dan proberen de score van het patiencen en hartenjagen  een beetje op te vijzelen. Een glaasje wijn erbij helpt dan ook wel. Na 2 zulke dagen is het ook wel weer klaar en fijn om verder te trekken.


Na het afscheid met de familie Lanois vervolgen we onze weg langs het kanaal. Deze hebben we nog een uur te volgen voordat deze de Maas kruist via een aquaduct. Ik had al bij de boer geïnformeerd of wij hier met onze paarden ook overheen konden, maar volgens hem zijn dat roosters langs de zijkant en daar kunnen we niet overheen en moeten hier vlak voor een kleine omweg maken en via een brug  de Maas over en vervolgens  daar  weer het landschap induiken.
Jan en ik bekijken de avond voor vertrek een route. Jan bekijkt dat op googlemaps en  kijk ik op de kaart of dat een beetje  te doen is met de paarden en kleur dat dan in op de kaart. Googlemaps is en kan heel handig zijn en as het goed is hoef je alleen maar de uitgezette stippeltjes te volgen. Ik heb ontdekt dat google soms voor je gaat denken en onderweg de uitgestippelde route gaat veranderen. Dat gebeurt als er ergens geen ontvangst is oid., zoals in een bos. Je moet dus vooral zelf blijven denken. Jan en ik hebben daar onderweg dan wel eens discussie. Jan gelooft  heilig in google en ik in de reeds uitgestippelde route op de kaart. Vlak voor het aquaduct is er weer zo`n situatie.  Google/Jan zegt overtuigd over het Aquaduct en ik weet dat het niet zo is, omdat we het er juist  die morgen al over gehad hebben , maar laat het gebeuren om Jan het te laten ervaren. Bij het aquaduct krijgen we hier voor het eerst ruzie over elkaars handelen. We moeten een stukje om en zijn even kwijt hoe het verder moet. Het is fris, de route niet al te mooi en te druk verkeer. Het is dan even tot tien tellen, weer even pas op de plaats maken  en proberen de boel weer op de rit te krijgen. Dit lukt ons ook weer  vrij vlot en kunnen we zonder problemen weer verder.
Rond 15.30 komen we in Cornieville. We zijn het zat en zoeken een plek. Dit was tot nu toe een dag, die je snel weer wilt vergeten. Als plek vinden we een klein privé vliegveldje en van de eigenaar krijgen we toestemming om  ons op de landings/startbaan te settelen. Dat hadden we nog niet gehad. Prima plekje.




We kunnen er ook een kampvuurtje maken en zijn we snel weer alle ellende van die dag vergeten.
We gaan nu serieus de dagen aftellen en naderen het eind van onze trip. Er zijn een paar mooi weer dagen in het vooruitzicht en willen daar gebruik van maken. Dat betekent een paar dagen kilometers maken om toch zo goed mogelijk in de buurt van de snelweg boven Metz uit te komen, zodat Ad en Raph ons redelijk makkelijk kunnen oppikken.
De volgende stop wordt Thiaucourt, zo`n 30 km noordelijk. Lorraine is dun bevolkt en daardoor ook niet al teveel van die kleinere D weggetjes. We moeten soms langs drukke stukken, waar grote vrachtwagens ons voorbij razen. Niet fijn, maar het moet. De paarden doen het prima en zijn gelukkig verkeervast. Om half zeven komen we aan en maken kamp aan de rand van het plaatsje, naast een overnachtingsplaats voor campers en een sportveld. `s Avonds weer een kampvuurtje en dat is prettig want het is koud. ` Nachts vriest het zelfs weer.

Woensdag is een prachtige dag. Strak blauwe lucht en een heerlijke temperatuur. We rijden weer door een prachtige natuur en naderen zo`n beetje ons einddoel. Belangrijk is dat we een plek vinden met een dak boven ons hoofd, want er komen weer natte koude dagen aan. Op internet kan ik niet snel iets vinden, dus na de middagpauze kiezen we voor de eerste beste plek wat iets lijkt, pakken we. En een uur later we vinden iets In het piepkleine Bussieres.
We gingen in eerste instantie af op een manege, maar daar hadden ze geen plek. Even verderop vragen aan een man langs de weg, is raak. Ze hebben zelf 2 paarden en  nog wel een weide vrij en na het afzadelen wordt ons zelfs een kamer aangeboden. Perfect. Over de lengte van verblijf hebben we het nog niet gehad. Eerst maar eens de kat uit de boom kijken en afwachten.
Hij heet Bertrand en Zij Florence. Ze hebben verder nog 2 ezels en 2 geiten lopen en binnen 2 woest blaffende honden. 1 duitse herder met de naam Indy en Tyson, een kruising tussen zo`n vechthond en een boxer. Ik heb het al gelijk  niet op die 2. Bij elke stap die je zet, wordt je nauwlettend en dreigend in de gaten gehouden. Hier hou ik dus absoluut niet van.
Na een douche vraag ik aan Bertrand of ik `s nachts ook langs die beesten moet als ik ga plassen. Oui. Dat ga ik dus niet doen. Ze hebben een prima schuur met stal en ik zeg dat ik daar wel ga slapen. Bertrand is volgens mij lichtelijk teleurgesteld, maar zegt het te begrijpen.
Jan durft het wel aan en kiest voor een bed. Er blijkt later ook boven een toilet te zijn, maar ik blijf bij mijn keuze voor de schuur. Het idee om met zulke beesten onder 1 dak te slapen, vind ik al genoeg. Ik ga alleen naar binnen , als Bertrand er bij is. Bij het avondeten bieden ze aan dat we hier wel mogen blijven tot zaterdag. Het dilemma met de honden wil ik daarvoor wel aan de kant zetten en ga ik wel zoveel mogelijk in de schuur, of buiten, de resterende tijd uitzitten, want dit aanbod betekent dat we verder niet meer hoeven te zoeken en deze plek prima bereikbaar is voor Raph en Ad.
Dit betekent ook dat we niet meer hoeven op te zadelen en er in ene een eind komt aan onze reis en het plots afgelopen is. Dat is toch ook wel een beetje vreemd.

Zaterdagmorgen om 08.00 komen Raph en Ad ons hier ophalen, dus moeten we onszelf nog 2 dagen hier vermaken. Dat gaat best lukken. 
Donderdag lummelen we een beetje rond het huis. Een beetje wandelen, gewoon lekker buiten zitten en niks doen, beetje kletsen, even bij de paarden kijken. Ik had de laatste rijdag al gehoord dat er een hoefijzer rammelt bij Bellaco en na nader bekijken blijkt dat links voor wel erg los zit en dat we op het juiste moment gestopt zijn. Die had geen half uur langer blijven zitten. Perfecte timing. De ijzers hebben het sowieso bij alle drie prima gedaan. Ze zien er nu niet meer uit en zijn, als we door hadden gegaan, aan vervanging toe, maar dat mag na 7 weken. Alleen Casimir heeft voor 2 nieuwe ijzers, en dat komt omdat hij er zelf eentje los en krom heeft getrapt. 

Op deze donderdagmorgen komt Gregor, de hoefsmid bij Bertrand op visite voor hun paarden. Leuke goser. Als hij op dit adres komt, maakt hij er een dagje uit van. 

 Hij is er om 10.00 uur, drinkt eerst een kop koffie met appelgebak, zelf gemaakt door Bertrand. Vervolgens gaan ze op een gemak en druk babbelend de paarden doen en rond 12 uur afsluiten met een biertje. Dan is het natuurlijk ook lunchtijd en die zijn ook weer redelijk uitgebreid en gezellig en uiteraard met een glaasje wijn erbij.  Jan en ik passen ons vlekkeloos aan. 



Rond 15.00 stapt Gregor weer op, want hij moet ook nog ergens anders 2 paarden beslaan. Wat hebben de mensen hier op het platteland toch een een andere instelling en levenspatroon. Nou is Bertrand ook een perfecte gastheer en een mensenmens/gezelligheidsdier.


Vrijdag moet Bertrand  van 13.00 tot 20.00 werken. Dat doet hij in een grote doe het zelf zaak in de buurt van Metz en hij stelt voor dat wij meerijden, hem daar afzetten en weer ophalen en hebben wij de auto eerbeschikking om bijv. naar Metz te gaan. Prima idee. Dat is voor ons een leuk uitje. 
Metz is een mooie, oude stad. We gaan op een terrasje wat eten en slenteren de binnenstad door. Het weer slaat dan om en worden we gedwongen door regen en onweer de kroeg in te duiken voor de rest van de middag. Ook dat overleven we. 

De avond sluiten we bij Bertrand en Florence af met een gourmet en duik ik nog 1 keertje in mijn slaapzak en slaap toch wel wat onrustig. Het is bijna afgelopen.

Raph en Ad zijn er de volgende ochtend om 08.30. Kees, een vriend van Raph is ook meegekomen.  Na  nog een kop koffie, laden we in en nemen we afscheid van weer een geweldig paar vriendelijke en gastvrije mensen. 



















Omdat Raph mij rechtstreeks doorbrengt naar Kootwijk, scheiden  de wegen van Jan en mij hier ook. 

We hebben het goed gehad samen.






Mailtje van Jan

Hoi Paul,

Hieronder een stukje van mij als afsluiting van je verhaal.
Vond het leuk om ook iets van me te laten horen maar als je het niet wilt plaatsen ook geen punt.

Ik hoor het wel.

Grt
jan


==Een ongelooflijke tocht . Voor mij de tocht der tochten. De Jackies, Alexanders, Antonio's, Bertrands, Abbessen, Vincenten, Monique'n, Florence's en alle ander fransozen op de campagne. Dat zijn allemaal ongelooflijke mensen met hun verhalen in steeds andere omstandigheden. Je leerde ze kennen omdat je met 2 paarden en muildier hun dorp binnentrok. Met de meest innemende glimlach vroeg Paul slechts om een "petit pre et une place pour 2 petit tente" en de deur werd gastvrij geopend, de tafels gedekt, de wijn en eau de vie geschonken. Huis en haard stonden beschikbaar en zelfs de auto mochten we lenen in afwachting van beter weer. Ongelooflijk gastvrij. Paul zei nog van te voren: " Je zult de gastvrijheid van de fransen nog geweldig gaan vinden". Ik vond dat de fransen overwegend arrogant waren. Nou..... echt niet dus.
Paul kende ik niet zo goed maar we hadden wel al iets gemeenschappelijks. We wilden de tocht graag doen en hadden het gevoel dat het tussen ons wel goed zou zijn. Ik dacht nog een vriend kan ik niet verliezen want dat is hij nog niet echt dus wat is het risico. Nou ik heb er een echte vriend bij gekregen. Paul was mijn goeroe in deze tocht en veel hebben we gemeen. Een wijntje, soms l'eau de vie en muziek. Dat waren kenmerken die overeen kwamen. We zien het wel en "het komt altijd goed en als het niet goed komt is het ook goed"  waren onze eigenschappen in deze tocht. Vooral genieten.

Ikzelf was wel wat gespannen vooraf. De dieren waren niet vol getraind en de zorg of de voorbereiding wel goed genoeg was, maakte het voor mij spannend. Zeker in de eerste dagen. 
Vooral Casimir was voor mij een zorg. Het is ongelooflijk hoe dat dier zich aan de situatie  aanpaste en hoe snel hij het ritme vond. Het ritme van zijn hoeven was voor mij een metronoom. Al trekkend door het Franse landschap heb ik op zijn ritme heel wat liederen gezongen. 6 weken lang droeg hij 130 kg aan bagage. je kon de schuurplekken zien maar opgeven was er niet bij. Wel moesten we na enkele dagen wat kilo's hozen want dat gewicht was nog wat te veel voor hem. Ongeveer 15 kg hebben we voor de boer achtergelaten waar we op dat moment sliepen. We deden er niet moeilijk over. Schoenen, boeken, gasstelletje, touwen etc werden overboord gegooid om hem te ontlasten. Alles wat we echt niet nodig hadden.
En dat werd door hem gewaardeerd. Wat een prachtig eerlijk dier is hij.

Kamperen "in to the wild"  is echt bijzonder. S ‘nachts de dassen horen blaffen, uilen horen roepen en geluiden naast je tentje van beesten waarvan je niet van weet wat voor dier het is. Daarnaast deel uitmaken van het nachtelijk paardenleven wat niet anders is dan overdag. Je gaat er echt bij horen en het wordt een team. Ze gaan je accepteren als een van hun en dat is heel apart.

Paul is een echte kanjer. Zijn charisma opent echt alle deuren en slechts 1 keer ontploften we een beetje. Heel bijzonder na 6 weken lang het delen van lief en leed onder soms moeilijke en barre omstandigheden. Je kunt het aan voelen komen. En dat ging het even. Je spreekt het uit en Paul is dan ook zo dat het weer oké is. Geweldige vent en een vriend die altijd op me kan rekenen.
Het hoort er allemaal bij.

Als je ooit de kans krijgt om ook zo'n tocht te maken. Doen dan, das zeker.

Nogmaals Paul, vriend, dank je wel. Als je weer gaat ben ik weer van de partij.

Voor uitgebreide foto/videoverslag zie webalbum;
https://photos.google.com/share/AF1QipO8gU5ekrOqcmNgmjiimePJa48GPOUjWmMg-ixNRCmf09nHp1eJJi5XubQ7Uk6E8A?key=SFRGN1AtQ0VXRWF3bFRueTZ0V3FvUkRXLWdRN3B3